Ja, hier is hij pas, mijn eerste blog van 't jaar.
Al enkele keren staarde ik naar dit leeg blad, maar op geen enkel moment kreeg ik verwoord wat er exact door me heen ging. Dat kan ik nog steeds niet. Geleidelijk aan probeer ik te hervatten, te bevatten wat me overkwam.
Het eindejaar was een struggle. Voor het eerst wenste ik dat we de tijd vooruit konden zetten. Elke keer weer blij als ik terug kon keren naar mijn veilige haven, zonder vragen, zonder gedoe. Waar tranen toegelaten werden en de negatieve gedachten de overhand namen. Ik was 2 weken thuis om mijn examens van januari voor te bereiden, de enige 2 weken waar ik geen strakke drukke planning had in mijn agenda, waar mijn lijf duidelijk probeerde te compenseren. Moe, misselijk en vlagen van buikpijn en diarree.
Dat kwam het studeren niet ten goede integendeel. Elke ochtend begon ik vol moed aan een nieuwe blokdag, maar die eindigde steevast in huilbuien en paniek. Wie was ik toch? Wat gebeurde er?
Tot ik op een ochtend opstond met tranen en paniekaanvallen die niet te stoppen waren, ik voelde dat ik de controle over mezelf verloor. Ik vluchtte naar mijn collega's, en gelukkig maar, want daar kwam de echte slag. Kristine, weet dat ik jou voor altijd dankbaar ben. Jij vond me.
Voor het eerst sprak ik uit waar het allemaal om draaide: "Ik ben op zoek naar liefde, die me niet overkomt. Ik wil kinderen, hier en nu. Werken en studeren is mijn vluchtplaats, mijn enige houvast. Ik ben niet gelukkig. Ik doe alsof ik gelukkig ben." En toen kwamen de tranen nog des te harder.
Ik was mezelf helemaal kwijt, ik blokkeerde. Meer dan 2 uur werd er op me ingepraat, maar de tranen rolde over de tafel. Ik kon geen kant meer uit, mijn benen waren zwaar, mijn lijf deed pijn en mijn masker kon afvallen. De puzzelstukken vielen in elkaar, maar dat was een onbeschrijfelijk en overheersend gevoel.
Mijn collega's besliste daar en toen dat het zo niet verder kon. Pauzeknop, nu of nooit.
Ik vertrok, bleef huilen doorheen de rit naar huis, ik kreeg het niet gestopt. Ik besefte dat ik de komende weken niet meer welkom was op het werk. Mijn hoofd ging van "ik ben mijn job kwijt" naar "wat gaan ze wel niet denken van mij?". Net dat is hetgene waar ik de laatste maanden (misschien zelfs jaren) op teerde; Presteren, meningen van anderen en weglopen van mezelf. Easy peasy toch?
Maar wie ben ik dan? Waar is die enthousiaste en goedlachse Lynn? Achter welke hoek heb jij je verstopt? Ik kreeg om te beginnen 4 weken om dat uit te zoeken. Een aartsmoeilijke opdracht, want ik wist niet waar te beginnen. Ik moest opnieuw leren omgaan met tijd, met dingen doen voor mezelf, maar mijn hoofd schreeuwde naar werk. Ik wilde gaan werken, want dat was zoveel gemakkelijker dan tot besef komen dat ik niet goed bezig was.
Ik ging lopen, dat waren de momenten dat ik voelde dat de zorgen deels van me konden afglijden. Al besefte ik dan des te harder dat ik geen vrede kon nemen met mezelf. Mijn omgeving ziet me graag, kijken naar mij op omdat ik al zoveel gerealiseerd heb op mijn jonge leeftijd, maar dat werkt averechts. Ik zag mezelf steeds negatiever in. Ik wilde iemand anders zijn, die heeft het toch zoveel gemakkelijker? Ik vond ook geen uitweg in dat drukke leven van mij.
Ik deed mijn werk ontzettend graag, maar de vele veranderingen op korte tijd en de drukte van de masteropleiding, samen met de drukke agenda van de vereniging maakten een doolhof in mijn hoofd, waar de uitgang niet meer van te vinden was. Ik zat vast.
STOP. Kijk rond en voel.
Wat voelde ik? Rouw en verdriet, omdat ik verloren had. Omdat ik zoveel gerealiseerd heb, maar Lynn kwijt was. Hoeveel ik ook riep op haar, ze kwam niet terug.
Ondertussen zag ik al een glimp van haar.
Ik stopte mijn studies en liet me weer omringen door die grote vriendengroep die ik verdomd hard nodig had. Ik liet anderen herinneringen boven halen van hoe ik vroeger was, hoe hard ze wensen die Lynn terug te zien. Ik mis ze en nog steeds, die minder zorgeloze en gelukkige Lynn.
Maar ik werk, elke dag. En ik voel elke dag dat ik er stapjes dichterbij zet. Af en toe schrik ik nog eens terug, maar dan besef ik dat ik het oké is. Huilen voelt nu als veilig, als verwerken. Niet meer als paniek. Werken is nog steeds mijn levenslust en op heel moeilijke moment mijn toevluchtsoord, maar ik besef en dat is al veel.
Tijd heelt, althans dat hoop ik toch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten